0495 632 033
Lettergrootte: A A A
Contact

Ter nagedachtenis aan Toon Berben, de eerste beheerder van De Pinnenhof

‘Als verliefde stelletjes naar boven slopen, was hij er als de kippen bij’

Samen met lokale verenigingen en instellingen bouwt de gemeente Nederweert aan een duurzame toekomst voor De Pinnenhof. Een nieuwe, gezonde basis voor een bloeiend verenigingsleven. Het gemeenschapshuis, dat in 1968 de deuren opende, bergt een schat aan verhalen en ontmoetingen. Deel 6 is een eerbetoon aan Toon Berben, de eerste beheerder. Samen met zoon Lei brengen we die begintijd tot leven. 

Waar nu De Pinnenhof staat, lag vroeger gras. Lei Berben (66) weet het nog goed. Vanuit zijn ouderlijk huis aan de Kapelaniestraat, tegenover het oude postkantoor, stak hij in de jaren zestig bijna dagelijks het grasveld over naar de St. Lambertusschool. “In het midden was een kuil. Ik herinner me dat daar het St. Maartensvuur werd ontstoken.”

Zijn vader Toon was een bezige bij die midden in het leven stond. Hij zat bij de reservepolitie, controleerde de toegangskaartjes bij de Harmoniezaal en Zaal Huberto (het latere Madeira) en was bestuurslid van de lokale bouw- en houtbond. In maart 1968, toen het grasveld voor zijn huis inmiddels was bebouwd, schreef hij een sollicitatiebrief naar de gemeente Nederweert. En met succes. Een paar maanden later ging hij aan de slag als eerste beheerder van gemeenschapshuis De Pinnenhof. 

Streng maar rechtvaardig

Zoon Lei ziet hem nog staan. Achter de bar, een sigaret tussen de lippen. “Vanaf die plek kon hij precies zien wie er binnenkwam en had hij bovendien goed zicht op de trap. Zeker op zondagavond, tijdens het Jeugddansen, was dat wel zo handig. Als verliefde stelletjes stiekem naar boven of beneden slopen, was hij er als de kippen bij. Zoals mijn vader thuis was, was hij ook in De Pinnenhof. Streng maar rechtvaardig. Eén waarschuwing was meestal genoeg en als dat niet hielp, greep hij in. Een vriend van mij lag een keer met zijn vriendinnetje onder een rij stoelen. Mijn vader zag dat, pakte hem bij zijn schoen en trok ‘m onder de stoelen vandaan.” 

Niet vreemd dat Lei zelf liever de buitenlucht opzocht met zijn meisje. “Terwijl mijn vader achter de bar stond, stonden wij achter de gymzaal of achter de blokhut van de verkenners. Daar kwam niemand. Althans, dat dachten we. Ik herinner me dat er een keer een politieauto stopte die met de koplampen het hele terrein verlichtte. Gelukkig konden we ons achter de struiken verstoppen”, lacht Lei die tegenwoordig in Ospel woont en met De Vlikkestaekers jaarlijks de prinsenreceptie in De Pinnenhof bezoekt.  

Even achterom naar Siem

Vijf jaar beheerde Toon Berben het gemeenschapshuis in Nederweert. Ondersteund door zijn vrouw Nel die het poetswerk voor haar rekening nam, was hij zeven dagen per week in touw. De Nederweertenaar zette de tafels en stoelen klaar, runde de bar en zorgde ervoor dat het de aanwezige gasten aan niets ontbrak. Gezegend met een vlotte babbel kon hij met iedereen door een deur. Van de EHBO-vereniging tot de muziekschool en van Spes Nostra tot de tafeltennissers van TTCN: de clubs waren bij hem kind aan huis. In juni 1973 legde hij zij werkzaamheden om gezondheidsredenen neer. De aanhoudende, langdurige werkzaamheden, ’s avonds en soms zelf ’s nachts, hadden hun tol geëist, zo staat er in de ontslagbrief die Lei heeft bewaard. 

Toon runde De Pinnenhof in z’n eentje. Behalve op zondagavond. Omdat hij tijdens het Jeugddansen ogen en oren tekort kwam , kreeg hij assistentie van André van Deursen. En dat was nodig ook, weet Lei. “Het Jeugddansen was opgericht voor de jeugd van Nederweert, maar al snel kwamen er ook jongeren uit Weert naar De Pinnenhof. Dat leidde tot de nodige problemen. Om overlast te voorkomen, werd er een pasjessysteem ingevoerd. Verder werd er aan de jeugd ook in die tijd alleen fris geschonken. Voor menig bezoeker reden om even achterom via het kerkhof naar Siem te lopen. Daar kreeg je wel een fles bier.”
  
Hoe populair het gemeenschapshuis in die jaren was bij de jeugd, blijkt wel uit een krantenknipsel waarin het bestuur de bevolking van Nederweert het volgende meedeelt:  

‘De Pinnenhof is door de week niet langer opengesteld voor de Nederweerter jeugd. De voornaamste reden hiervoor is dat er van de ouders klachten zijn gekomen dat hun kinderen liever naar De Pinnenhof gaan dan studeren. Dit raakt  echter meer de verantwoordelijkheid van de ouders dan van de heer Berben.’

Tekst: Bas Poell
Foto: Nederweert24