‘Het is dat gevoel: ik ben er weer, ik ben weer thuis’
Samen met lokale verenigingen en instellingen bouwt de gemeente Nederweert aan een duurzame toekomst voor De Pinnenhof. Een nieuwe, gezonde basis voor een bloeiend verenigingsleven. Het gemeenschapshuis, dat in 1968 de deuren opende, bergt een schat aan verhalen en ontmoetingen. In deze serie brengen we deze tot leven. Vandaag deel 13: decorploegleider Jack Peeters en kleermaakster Maria van der Kruijs van toneelvereniging De Krottepoffers.
We schrijven september 2022. Aan het kledingrek in de kelder van De Pinnenhof hangen 75 kostuums. Stoffen juweeltjes voor soldaten, bendeleden, rechters, magistraten, beulen, adellijke jonkvrouwen en het nodige ‘gepeupel’. Ze brengen de 18e eeuw tot leven en zijn met grote toewijding en vakmanschap vervaardigd door Maria van der Kruijs, al 35 jaar de vaste coupeuse van De Krottepoffers. Hoeveel kostuums de Nederweertse in die tijd heeft gemaakt voor de toneelvoorstellingen en bonte avonden in het gemeenschapshuis? “Een kleine 1000”, schat ze. “Een groot deel daarvan hangt nu bij mij thuis op zolder.”
Ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de toneelvereniging in 2022 pakte Maria grootser uit dan ooit. Anderhalf jaar geleden, midden in de coronatijd toen er in haar modevakschool aan de Florastraat geen naailessen waren, startte zij al met de voorbereidingen voor De Bende van Jan de Lichte, de jubileumvoorstelling over liefde, vriendschap, angst, verlies en onvrede. “Bijna elk vrij uurtje heb ik voor De Krottepoffers genaaid. Vervelend? Ben je gek? Ik vind het heerlijk, kan me er helemaal in verliezen.” Ze neemt een kostuum van een magistraat uit het kledingrek. Volledig op maat gemaakt en bezaaid met knopen. “Hier ben ik wel 20 uur mee bezig geweest. Zo’n kostuum naai je niet in één keer, het is een proces, het moet groeien”, vertelt Maria die op haar 13e door haar moeder op naailes werd gestuurd, sinds 1996 haar eigen modeschool runt en daarnaast ook nog vier jaar kostuumgeschiedenis studeerde.
In 1974, toen De Krottepoffers in De Pinnenhof hun eerste jeugdvoorstelling opvoerden (‘Over Ploef, de domme boef’), ging het nog op-z’n-boerenfluitjes. De spelers zochten zelf de kleding bij elkaar. De belichting bestond uit vier gekleurde spotjes die op een houten plank waren gemonteerd. Vier houten raamwerken, met zwarte Boerenbond-plastic bespannen en bespoten met verf, vormden samen met enkele dennen (‘s ochtends vers gerooid in het bos) het decor.
Hoe anders gaat dat nu. Ook bij De Krottepoffers is de techniek niet meer weg te denken. Licht, geluid en grime zijn in handen van vakmensen. Verder beschikt de toneelvereniging over een vijfkoppige decorploeg die wordt aangevoerd door Jack Peeters. Deze creatieve keukenmonteur heeft het podium van De Pinnenhof op een schaal van 1:20 nagebouwd. “Met deze maquette ga ik voor overleg naar de regisseur. Zodra we weten wat er allemaal nodig en mogelijk is op de bühne, hoeven we dat alleen nog maar op de echte schaal na te maken”, vertelt Jack alsof het de gewoonste zaak van de wereld is.
Eind april, als de jeugdvoorstellingen erop zitten, start het team al met de voorbereidingen voor de volwassenproductie in het najaar. De decors worden in Boeket, bij Neer Bocken op zolder gebouwd. Als iemand zegt dat iets technisch niet uitvoerbaar is, komt het creatieve brein van Jack tot leven. Zijn motto: wat niet gemaakt kan worden, moet nog bedacht worden. Het meest trots is hij op het decor voor de jeugdvoorstelling ‘Erik of het klein insectenboek’ in 2010, dat uitblonk in veelzijdigheid en was doorspekt met technische illusies. “Zoals een reusachtige spin met zes poten die onder het dimlicht steeds groter werd en in de aanval ging. Die voorstelling speelden we ook in het Munttheater. Met twee trailers vol met decorstukken kwamen we daar aan. Ik hoor een man nog zeggen: ‘Wauw, dit is geen amateurtoneel meer.”
Maria en Jack beleefden vele geluksmomenten in De Pinnenhof. De absolute stilte wanneer kinderen tijdens een voorstelling hun adem inhouden. De lachsalvo’s die de zaal laten trillen van opwinding. De teamspirit onder de leden van de toneelgroep die elkaar helpen en samen één familie vormen. Het gevoel dat alles klopt. Jack: “Het is elk jaar weer fantastisch als ik hier via de artiesteningang binnenkom. Ook als er nog helemaal niemand is. De zes treden omhoog naar het podium. Dan ga ik op de bühne staan en snuif ik heel bewust de geur van de Pinnenhof op. En dan denk ik: ‘Ik ben er weer, ik ben weer thuis.” Maria herkent het als geen ander. “Dat gevoel dat je bekruipt als je de zaal betreedt. Het decor, de kostuums zijn klaar. Alles klopt, we mogen weer gaan stralen.”
Tekst: Bas Poell
Foto: Nederweert24